• Veel bomengidsen zijn superingewikkeld!

    Bomengids.nl houdt het zo simpel als het kan.
    Kijk naar foto's en vergelijk.
Volg bomengidsnl blog
  • Bomengids
  • English |Nederlands
  • Met grote dank aan de Faculteit Natuur wetenschappen, Wiskunde en Informatica, Radboud Universiteit Nijmegen voor het beschikbaar stellen van webspace.
  • Over bomengids.nl
  • 10-2003 bomengids.nl online: 750 fotos
  • 10-2010 7 milioen hits
  • 10-2011 9000 foto's van bomen online: 174 soorten
  • Contact
  • All photo's copyrighted, use contact for enquieries

USA trees.

Bomengids.nl

Veel bomengidsen zijn superingewikkeld! Bomengids.nl houdt het zo simpel als het kan
Wanneer je wilt weten welke boom je voor je hebt, moet je bij bomengids.nl zijn!

Bomengids.nl: winter sleutel voor Nederlandse loofbomen

Bomen herkennen in de winter is moeilijker dan anders. In de winter kun je niet zien hoe het blad van een boom eruit zit. En daarmee vervalt een van de belangrijkste aanknopingspunten.
Toch een soort of geslacht herkennen kan door vooral gebruikt te maken van:
- De bast
- Knoppen
Maar ook door af te strepen: net als bij de hoofdsleutel kunnen we een aantal soorten makkelijk herkennen zonder naar details te kijken. Wat je dan overhoudt aan soorten is makkelijker te overzien dan wanneer je dit afstreep-principe niet zou gebruiken. Het is natuurlijk niet toevallig dat deze sleutel voor een deel overeenkomt met de zomer (hoofd)sleutel.
Wanneer dit met dit eerste deel van de winter-sleutel niet de beoogde boom kunt determineren komt op volgende pagina's de knoppen-sleutel en de bast sleutel.

Winter afstreep sleutel voor loofbomen.

1. Witte schors | 2. Licht-grijze schors | 3. Camouflage schors | 4. Elzenproppen | 5. Vleugeltjes of trosjes losse steeltjes | 6. Balletjes | 7. Groene/grijze ronde bonen | 8. Bruine platte bonen | 9. Takken als slierten | 10. Sliertjes lijken op touwtjes | 11. Zuil-boom 12. Bast met glimmende horizontale lijnen/banen 13. Heel grove bruin/grijze bast 14. Bast is gedraaid. 15. Bast is stukjes kwijt. 16. Bast/knoppen sleutel.

Ook in de winter geldt dat je sommige bomen in een oogopslag herkent. We beginnen daarom met soorten die je makkelijk herkent om pas daarna met een bast-en-knoppen sleutel verder te gaan:

0. Dit is een sleutel van Nederlandse loofbomen:

bomen met bladeren en geen naalden of andere vormen van niet-bladeren. Ik beschouw iets als een boom als het hoger dan een meter of 10 kan worden.

1. Gladde en witte schors.


De schors is (soms glad) en wit, vaak met slierten die loshangen: Berk. berkfamilie . De berk kun je in de winter even eenvoudig herkennen als in de zomer. Het onderscheid tussen zachte en ruwe berk blijft echter net zo moeilijk.






2. De schors is wittig/grijzig

maar het lijkt geen Berk: Abeel/Populier. populierfamilie. Ook hier geldt dat deze populieren makkelijk te herkennen zijn in de winter. Alleen is het nu niet goed mogelijk te herkennen welke soort het precies is. Hier geldt dat de bast van de ratelpopulier wel te onderscheiden is van de Abelen: bij de ratelpopulier is de bast veel fijner-grijs, minder donnkere bast erdoor heen. Maar het verschil tussen witte en grauwe abeel blijft moeilijk.





3. De schors lijkt wel een camouflage-stof

van een legerbroek: bleek groene plekken waar de schors is afgebladderd: Plataan.
De plataan is en blijft goed te herkennen aan zijn bast, en ook van de balletjes aan zijn takken blijven in de winter wel een aantal zitten. Meestal is het in Nederland dan een Gewone plataan. Maar mocht het een andere zijn is dat in de winter zo goed als niet te zien.






4. Elsenproppen


De boom heeft zwarte ronde katjes (oude katjes van vorig jaar, deze lijken op hele kleine dennenappels) -> Het is waarschijnlijk een soort Els. elsfamilie . De Els heeft in de winter naast de proppen ook katjes. De boom hangt daarom nogal vol met allerlei spul is is daarom goed te onderschieden.
Sommige essen hebben iets dat lijkt op balletjes, ze zijn zwart en zitten in trosjes bijeen: ook in de winter. Dit zijn gedroogde resten van de bloem. Bij elzen zijn het meer alleenzittende bolletjes en Elzen hebben ook daarnaast katjes: hangende "rolletjes". Bij Essen meer trosjes en geen katjes.
In de winter zijn essen en elzen ook goed uit elkaar te houden doordat Essen goed herkenbare knoppen hebben: git-zwarte grote knoppen die op de hoefjes van een ree lijken.

5. Vleugeltjes


De boom heeft vruchten in de vorm van "vleugeltjes" of trosjes losse steeltjes.:
Het is of een soort es of een soort esdoorn (dat zijn twee verschillende families). In de winter hebben Essen goed herkenbare knoppen: git-zwarte grote knoppen die op de hoefjes van een ree lijken. Wanneer de boom geen zwarte knoppen heeft, maar wel vleugeltjes, is het waarschijnlijk een Esdoorn. De knoppen zijn dan vrij groot en groenig. De bast is meestal vrij glad. Bij een esdoorn in de winter zie je ook vaak heel veel losse steeltjes aan het eind van de takken, waar de vleugeltjes eerst aanzaten. Vaak trosjes met steeltjes.
Waneer de knoppen rood zijn kan je met een Linde hebben te maken. Deze hebben geen vleugeltjes, maar soms wel schutblaadjes in de winter aan de takken zitten en ook wat losse steeltjes. Hier zaten eerder kleine steenvruchten aan. De schutblaadjes lijken wel op vleugeltjes van een afstand. De schutblaadjes zijn een centimeter of 5-10 groot. De steeltjes een centimeter of 5.
Ook de acacia kan iets hebben dat op vleugeltjes lijkt. Dit zijn echter peultjes. De acacia heeft echter een zo herkenbare bast dat je hem wel zult herkennen: een zeer grove bast met een goed herkenbare bruin-grijze kleur. Ook heeft hij vaak grote doorns op de takken.





6. Balletjes


De boom heeft vruchten in de vorm van een balletje met stekels of uitsteeksels erop:



7. De boom heeft ronde groene/grijze bonen

(grote of hele grote) als vruchten: Trompetboom . In de winter zitten aan de Trompetboom soms nog wel wat bonen. Ze zijn dan echter tot grijs/zwart verkleurt.


8. De boom heeft bruine platte spersie-bonen

als vrucht:

9. De boom heeft takken en bladeren die in slierten naar beneden hangen

10. De boom heeft lange slierten die lijken op touwtjes

naar beneden hangen: vleugelnoot. De vleugelnoot heeft vaak nog sliertjes van een cm of 20 hangen waar zijn vruchten in de herfst aan zaten. Het lijken wel touwtjes. Het is een brede boom die bijna altijd onder de drie meter vertakt in een brede kroon met enkele dikke hoofd-takken. De schors is bruin-grijs en heel grof en lijkt wel wat op die van de acacia. De boom lijkt wel wat op een Paardenkastanje.





11. De boom heeft de vorm van een zuil

12. Bast met glimmende horizontale lijnen/banen

foto bomen: winterbomen

Als de bast stukjes glimmende horizontale banen heeft, zoals op de foto hier is het bijna zeker een kers-achtige. Deze staan zowel in het bos als vaak als cultivars in wijken. Hebben een mooie bloesem in het vaak vroege voorjaar. De cultivars zijn vaak geent op een andere stam dan waarvan de takken zijn. Het kunnen hele hoge bomen zijn, vaak in het bos, of ook heel klein.
De knoppen zijn bruin en ze staan veel in trosjes.

13. Heel grove bruin/grijze bast

De acacia foto bomen: winterbomen heeft een heel specifieke bast. Heel grof met een grijze kleur. Je kunt verifieren of het een acacia is door te kijken naar andere kenmerken. Vaak heeft de acacia doorns op de twijgen (maar er zijn doorn-loze cultivars). Ook hangen er vaak wel bruine platte bonen of de resten ervan aan de boom. De acacia heeft tot maart vaak geen noemenswaardige knoppen. Hij loopt heel laat uit. De acacia kan vrij hoog worden en heeft meestal geen brede kroon. Hij lijkt een beetje op een smalle eik, wat vorm betreft, want hij heeft ook vaak grillig gevromde takken.
Een tweede soort met een foto bomen: winterbomen grove grijze bast is de vleugelnoot. Deze boom is echter veel lager en breder van bouw. Hij heeft in de herfst zijn vruchten hangen in de vorm van een hawai-slinger naar beneden. In de winter zie je vaak nog de ongeveer 10-20 cm lange stelen van die vrucht-kettingen hangen. Deze boom staat vaak in wijken en soms langs straten. Is vaak een goede klim-boom omdat hij laag vertakt en dikke zij-takken heeft, net als de kastanje.

14. Bast die opvallend gedraait is

Soms zie je dat een boom een opvallende draaing in de bast heeft. Nu zijn er een aantal soorten bomen die soms een draaiing hebben, maar ook soorten die het bijna altijd hebben. Soorten die soms een draaiing hebben zijn:
Lindengeslacht of Tilia (Tilaceae of Lindenfamilie)
Amerikaanse eik of Quercus rubra
Beuk of Fagus sylvatica
Haagbeuk of Carpinus betulus

Een soort die bijna altijd een gedraaide stam heeft is de Witte paardenkastanje of Aesculus hippocastanum. Niet 100% zo, maar wel vrij vaak. De stam is meestal grijzig en opvallend zijn de vlakken met vierkante "vakjes" die vaak af lijken te schilferen. Een hele sierlijke boom. Verder heeft de boom vaak een "kandelaar' achtige vorm: met hele dikke zij-takken die heel rond naar onderen uitzakken. De knoppen zijn dik, glanzend bruin en plakkend. Wanneer je eenmaal het "kandelaar" vorm hebt herkent is deze soort vaak makkelijk te herkennen hieraan.

15. Bast is stukjes kwijt.

Dit komt voor bij enkel soorten. De Gewone plataan (Platanus hybrida London planetree) en ook de Oosterse hebben dat, maar die hebben we boven al eerder herkent bij balletjes en camouflage schors. Een andere soort die dit heeft is de Gewone esdoorn Acer pseudoplatanus Sycamore maple. Ook te herkennen aan de trosjes steeltjes aan zijn takken, waar de vleugeltjes-vruchten aan zaten en de mooie vrij grote groene knoppen. Dee Witte paardenkastanje of Aesculus hippocastanum heeft dit ook als hij wat dikker wordt.

16. Bast/knoppen sleutel.

Wanneer je hier bent aangeland heb je een boom die je wilt determineren. Maar hij heeft geen bladeren, hij heeft geen opvallende kenmerken, zoals een witte/grijze bast of gevlekte bast, geen resten van vruchten of aparte dingetjes aan de takken.

Voor we beginnen eerst iets over bast en knoppen in het algemeen.
De knoppen van een boomsoort zijn meestal een goed kermerk voor determinatie. Er schijnt weinig variatie te zijn tussen individuen. Het is wel zo dat de knoppen veranderen van het eind van de herfst tot het vroege voorjaar wanneer de bladeren uitlopen. Maar meestal is er gedrurende de winter weinig verandering in knoppen te zien. Vlak voordat knoppen uitlopen worden ze wel groter.
De bast is een heel ander verhaal. Er is een enorme variatie tussen individuen binnen een soort wat de bast betreft. Ten eerste is het zelfs bij soorten met een ruwe bast zo dat ze als jong boompje een gladde bast hebben. Later wordt deze dan ruw. Met welke dikte dit gebeurt is echter heel verschillend per soort maar ook per individu. Daarom is het veel moeilijker een dun boompje te determineren (dunner dan een fles wijn) dan een dikke boom. Want als de stam heel dun is zijn bijna alle bomen glad van struktuur. Bovendien is het dan vaak niet duidelijk of het wel een boomsoort betreft, of misschien een grote struik zoals de vlier of een hazelaar of een doornachtige.
De meeste boom-soorten die een ruwe bast krijgen hebben dat wel als ze dikker zijn dan 3 tot vier flessen wijn. Dus waneer ik zeg dat een boom een ruwe bast heeft slaat dat op een boom van ongeveer deze dikte. Dat is een omtrek van ongeveel 40cm of meer.
Een kenmerk die niet vaak betrouwbaar is, is de kleur van de bast. Soms heb je er iets aan, maar meestal is zijn het algen en andere organismen die de kleur beinvloeden.



De bast en knoppen determinatie gaat hier beginnen.

Bronnen:
1. Bomen, meer dan 130 soorten in kleur, Kenneth a. Becket, 1975 isbn 90 60743261)
2. Bomengids in kleur, Aas, Riedmiller. Thiem, 1987. isbn 9003901961
3. Flora van Nederland. Heukels Meijden. Wolters-noordhof, 1983. isbn 9001380026
4. Ons bomenland, gait l. Berk. Uniboek bv, 1976, isbn 902284911