De volgende soorten staan op deze pagina:

Het Wilgen-geslacht.

Wilgen komen over de hele wereld vooral bij water voor, waarbij veel soorten ook echt wereldwijd bekend zijn: Schietwilg bijvoorbeeld kom je overal tegen. Dit heeft vast te maken met de manier van verspreiden van zaad: via pluis dat honderden kilometers met de wind mee kan waaien. Dit pluis zie je ook bij populierem: een verwante andere boomfamilie die je ook wereldwijd aantreft.

Wilgen zijn biologisch / ecologisch waardevol: er zijn veel paddesteolen en insecten specifiek afhankelijk van wilgen. Hoewel de bloemen vooral door wind worden bestoven hebben ze wel belang voor bijen en hommels.

Het bepalen welke soort wilg je nu precies voor je hebt.

Het bepalen welke wilg je voor je hebt (determineren) kan extreem lastig zijn. Wilgen kruisen makkelijk en veelvuldig. Dus met name wilgen in het wild zijn moeilijk op naam te brengen. In Nederland bijvoorbeeld is een kruising van Schietwilg en Kraakwilg veel gebruikt in de mandenvlechterij vorige eeuw. Daarom zie je deze veel voorkomen. Hoewel de bomenboeken stug soorten blijven beschrijven is dat niet heel zinvol in dit geval. Toch kun je vaak wel bepalen in welke richting een boom zit wanneer je rekening houdt met plaats en vorm van de boom.

Wilgen kun je ten eerste indelen in bomen en struiken en ten tweede adhv vorm van het blad: (schoen)lepel-vormig of smal en lang. We beginnen met bomen, en natuurlijk gaan we eerste de makkelijke soorten afstrepen

• Heeft de boom doorns, zeer smal blad en zilverig behaard? Geen wilg maar smalbladige Olijfwilg (elaeagnus angustifolia).
• Forse boom met lange hangende takken te vinden in wijkgroen langs water: Treurwilg. Er zijn nog andere truewilgen trouwens, waarbij vooral de kleur van de twijgen verschilt (Franse treuwilg = Salix x sepulcralis 'Salamonii'; Glanzende truerwilg = Salix x pendulina).
• Middelgrote boom (6 meter of 2-3 verdiepingen) te vinden in tuinen met krulblad en krultakken: krulwilg (of kronkelwilg Salix babylonica Tortuosa). Niet verwarren met de Krulhazelaar: dit is een boompje tot 3 meter met krultakken, maar met breed hartvormig blad (hoewel verfomfaaid). Er bestaat ook een tweede krulwilg, maar die is zeldzaam: Salix babylonica Crispa, een gekrulde treuwilg.
• Te vinden in de natuur, maar ook in wijkgroen is deze grote boom met langwerpig blad, bladeren reflecteren aan de onderkant wittig en zijn grijs=groen: Schietwilg.
. Er zijn varieteiten met erg geel en erg rode takken verkrijgbaar. Schietwil lijkt als twee druppels water op de ->
• Kraakwilg. Een kruising tussen de twee is de bindwilg, die ook erg veel voorkomt in het wild. Beide bomen komen ook als knotwilg voor. Verschil tussen Schietwilg en Kraakwilg is te zien aan blad: Kraakwilg blad tot 15 cm en meer dan 1 cm breed, Schietwilg heeft een blad van ongeveer 8 cm lang en wat smaller en vaak donsachtig behaard. Allebei hebben ze 2 kleine klieren op overgang blad naar steel.
• Kraakwilg kun je met Katwilg verwarren: maar Katwilg heeft smallere bladeren (20x1 cm) zonder kartelrand (golvende randen)en blijft meestal een struik.
• Kraakwilg kun je ook met Amandelwilg verwarren. Amandelwilg heeft kleiner en kaal blad (5-10cm, wel gekarteld) en is meestal een struik.
• Boom of struik met lepelvormig blad: Boswilg of Waterwilg. Bloeit vroeg in het jaar met gele katjes. Blad 5-8 (tm 15) cm lang met gedraaide punt. Moeilijk te onderscheiden van zijn eigen kruisingen met Katwilg of Rossige / Grauwe wilg. Ook geoorde wilg kan verward worden bij kleine struiken.
• Laurierwilg is een boom of struik met van boven glanzende, harde en vrij brede bladeren

• Heeft de struik doorns? De Duindoorn maar ook de Sleedoorn (blauwe bessen, witte bleometjes voor in het jaar)lijkt wel wat op een wilg.
• Ook Kardinaalshoed of Kardinaalsmuts heeft blaadjes die te verwarren zijn met wilgen. Er zijn veel soorten Kardinaalsmuts en verwarren kan, vooral als er geen bloemen of vruchten zijn. Als er bloemen zijn hou je ze makkelijk uit elkaar want wilgen hebben geen bloemen, maar (vaak gele) katjes
• Struik met heel lange smalle bladeren: Katwilg. Ook soms als knotwilg.
• Struik met peipkleine lancetvormige blaadjes is de Grijze wilg.
• Struiken met smalle lancetvormig blad zijn Amandelwilg, Bittere wilg (Salix purpurea) met tegenoverstaande bladeren tot 12 cm en Berijpte wilg (Salix daphnoides) met lancetvormig blad tot 12 cm maar niet tegenoverstaand
• Struiken met lepelvormige bladeren. Hier zien we een reeks vaak weer onderling kruisende soorten bestaand uit Grauwe wilg (Salix cinerea) met blad van onder donzig en Rossige wilg (Salix cinerea oleifolia), zelf als bij Grauwe wilg maar dan ook wat roestbruine haren op de nerven opnder het blad. Beide soorten met kurklijsten op 2-jarige twijgen onder de schors
• Geoorde wilg. Bladeren 2-5 cm lang, van onder viltig behaard. Steunblaadjes (oortjes)zijn vrij groot en vallen niet af.

Verder verwijs ik graag naar deze wilg-key om verder uit te vinden welke wilg het is (en die is niet eenvoudig helaas). Ik zal nog proberen zelf een makelijkere sleutel te maken.