Search for trees on Bomengids (this European treeguide)

Soorten van de sparren

Het Sparren-geslacht (Picea)

Sparren (Picea soorten) zijn makkelijk te verwarren met
- Zilversparren. Maar Zilversparren hebben geen kegels die onder de boom liggen, omdat ze in zijn geheel afvallen. Zilversparren hebben zachte (niet stekende) naalden, kegels die op de takken staan en niet hangen (vaak heel hoog in de boom) en daar uiteen vallen, Naalden die wanneer je ze van de tak aftrekt ronde napjes hebben.
- Douglas spar. Douglas komt veel voor in bossen, maar is te herkennen aan zijn typische kegels met tongetjes (zie de foto's) en heeft ranke, lange bruine knoppen en zachte naalden. Bovendien ook een schors met kurk. Douglas verjongt zich ook natuurlijk, dus je vind zowel grote als kleine bomen. Douglas wordt aangeplant om zijn hoge waarde voor de bosbouw.
- Hemlock sparren vind je hier en daar wel in bossen. Makkelijk te herkennen aan de zeer kleine kegeltjes, zachte korte naalden en bij jonge bomen overhangende top van de boom.
- Taxus. In bosranden vind je veel Taxus bomen. Taxus heeft zachte naalden, geen kegels maar soort rode bessen en is vaak meerstammig en lager. Sparren hebben bijna altijd 1 stam en worden snel hoge bomen.

Het bepalen welk soort spar je nu precies voor je hebt.

De sparren zijn behoorlijk moeilijk onderling te onderscheiden. Gelukkig zijn de meest voorkomende sparren dat niet. Sparren hebben naalden die alleen staan, en leer-achtige/houtachtige langwerpige kegels die hangen.
Een eenvoudige (maar niet altijd kloppende) sleutel is deze:
Je bent in het bos: dan zie je deze soorten vaak

  • Naalden geheel groen (geen witte streep van onder), kegels vaak 10-15 cm --> Fijnspar Picea_abies
  • Naalden dun en zeer scherp en met witte strepen op de achterkant, kegels tot 5 cm papierachtig --> Sitkaspar
Eerder in tuinen te verwachten, maar enkele keer in het bos kan wel:

Hieronder een meer uitgebreide omschrijving.
  • 1. De meest voorkomende spar is de Fijnspar. Dit is de boom die we meestal als kerstboom gebruiken. 50 tot 90 % van de sparren in de bossen is ook deze soort (andere 10 tot 50% van spar-achtigen is de douglas). Je ziet hem daarnaast ook vaak in tuinen. Je herkent hem aan de naalden die helemaal groen zijn (geen wit van onder: bijna alle andere soorten hebben witte strepen op de naalden) en stekelig/stebig en 1 tot 2 cm lang.
    Deze soort is heel erg variabel in de grootte van de naalden, maar ook in de schors. Meestal is de schors glad, maar soms zijn er ook schubben. De kegels zijn lange sigaren die vrij glad zijn (10 tot 15 cm). Ze kunnen gesloten zijn of iets open staan. Verder zijn er kruisingen tussen deze soort en andere soorten sparren, zoals de sitkaspar en blauwe spar. Er zijn ook allerlei varianten, zoals een treur-spar etc.

  • 2. De tweede meest voorkomende staat in tuinen en is de Servische_spar. Deze heeft twee witte strepen onder op de naalden. De naalden zijn vrij stomp tot afgerond en steken niet echt.
    Het opvallende aan deze boom is dat hij meestal heel erg smal is (maar zeker niet altijd). Zijn takken staan omhoog zodat je onder de takken een witte gloed ziet van de onderkant van de naalden.
    De schors, als je die kan zien, is met ruwe schilfers. De kegels hangen vooral boven in de boom en zijn vrij klein (cm of 4 tot 6).
  • 3. Ook in tuinen vind je de meestal heel blauwe Blauwe_spar . Te herkennen aan zijn blauwe kleur van de naalden, papier-achtige kegels aan de hele boom (maar vooral bovenaan) en een heel erg ruwe schors. Er zijn allerlei varieteiten, van heel gedrongen tot heel groot.
    De naalden zijn heel erg stijf en stekend, meer dan bij de fijnspar. Onder hebben ze een witte streep en ze zijn 2.5 tot 3.5 cm (varieteiten vaak kleiner). Ook de kegels zijn iets korter dan bij de fijnspar, 6 tot 10 cm.
    Helaas is er ook een groene vorm, die heel moeilijk van de fijnspar te onderscheiden is, maar die komt zelden voor. Is te verwarren met de Edele zilverspar, die ook blauwig kan zijn.
  • 4. Alleen in parken en botanische tuinen vind je de Kaukasische_spar . Deze spar heeft heel erg korte naalden (ik vind het altijd de ministek spar) met stompe top. De kegels hangen ook laag in de boom en zitten vaak vol druppels hars. De schors is vrij glad maar krijgt later plaatjes zoals de ceders en ook kastanjes. Makkelijk te herkennen, maar je ziet hem weinig.
  • 5. De meest mysterieuse vind ik de Sitkaspar. In de boeken staat deze omschreven als aardig veel voorkomend, dat vind ik overdreven. Je ziet hem wel eens in bossen voor de bosbouw. Deze boom wordt ook veel verkocht als kerstboom.
    De naalden zijn ongeveer 2 cm en vrij dun en erg scherp. De takken waar ze aan zitten zijn opvallend fel lichtgroen. Van onder zijn ze wit met een scherpe groene streep in het midden. De kegels zijn papier achtig en een cm of 5 (kort dus). Hij komt uit Canada vooral.


De determinatie van sparren lijkt dus niet erg moeilijk te zijn. Toch komt het regelmatig voor dat ik niet weet wat voor soort er in tuinen staat. Vaak hebben ze geen kegels, of lijkt het een fijnspar, maar kloppen de kegels niet. Ik vermoed dat er een aantal kruisingen staan, die het moeilijk maken wat voor een boom iets is. In Belgie in de Ardennen zag ik veel sparren met groene naalden, maar met papierachtige kegels bijvoorbeeld.

Van elke soort een foto van het blad:


The meaning of life is 42
Bomen op naam brengen Simpel! Kijk naar foto's en vergelijk.

If there are no tweets, your browser blocks something