Search for trees on Bomengids (this European treeguide)

Soorten van de trompetboomfamilie

Trompetbomen of Catalpa's komen uit de USA of Japan en worden wel vaker in wijkgroen aangeplant, maar ook in tuinen meestal als dakboompje (klein boompje plat gesnoeid als een afdakje). Ze zijn geliefd om hun mooie bloemen en grote bladeren. Via het blad is de familie goed te herkennen. Verwarren kan eigenlijk alleen met de AnnaPauwlona boom die ook olifantsachtige bladeren heeft. Echter trompetbomen hebben een grove bast en bijna altijd bonen aan de boom, AnnaP heeft gladdere bast en noten aan de boom.

Er worden drie soorten trompetbomen aangeplant: Grootbloemige trompetboom (Catalpa speciosa), Gewone trompetboom (Catalpa bignoides) en gele trompetboom (Catalpa ovata). Je houd ze als volgt uit elkaar:

  • Gele catalpa heeft kleinere gele bloemen en veel kleinere bonen die met veel tegelijk in trosjes hangen. Kan niet missen.
    Wat kleiner en blad lijkt op Pauwlownia, met 2 lobjes
    Bloeit laat (half augustus). Neemt zware metalen op uit de lucht
    schors met lange platen loslatend
    Een uit China afkomstige boom met breed spreidende hoofdtakken waardoor een brede, ronde en ietwat golvende kroon ontstaat. De schors is grijsbruin en schilfert in lange, smalle platen af. Het harde hout van de twijgen is breekbaar. Het blad is opvallend anders dan bij C. bignonioides. Het is breed hartvormig met meestal drie tot vijf duidelijk hoekige lobben, heeft een toegespitste top en is geheel gaafrandig. De onderzijde van het blad is blauwgroen en viltig behaard. Pas laat in het voorjaar komt het blad tevoorschijn en in de herfst valt het relatief vroeg af. Bij kneuzing komt een karakteristieke geur vrij. De licht geurende bloemen zijn klein en wit tot bleekgeel. Ze hebben roodbruine tot purperkleurige vlekken en strepen. De doosvruchten zijn tot 1 cm breed en hangen in bundels. Ze blijven in de winter aan de boom. Catalpa ovata heeft vaak een korte stam die zich in de kroon sterk vergaffelt. De bloemen van deze Catalpa zijn iets kleiner dan die van andere soorten.
  • De meest aangeplante boom is de Bignoides of gewone trompetboom. Deze boom heeft 20-40 bloemen per tros (bij Speciosa 10-30) en de bleom is tot 4 cm groot (bij speciosa 6 cm). Blad heeft sterke typische guer bij kneuzing. Bonen tot 40 cm lang (speciosa 50cm)
    Larger number of smaller flowers
    The flowers are 2.5–4 cm across, trumpet shaped, white with yellow spots inside; they grow in panicles of 20-40 bloei juni juli
    The fruit is a long, thin bean like pod 20–40 cm long and 8–10 mm diameter
    Middelgrote boom met een breed spreidende, ronde kroon die van nature in het zuidoosten van de Verenigde Staten voorkomt. De kroon is grillig en heeft een lage vertakking waardoor de stam meestal vrij kort. Het is een snelle groeier die tot circa 10 m breedte kan uitgroeien. De grijsbruine, ondiep gegroefde schors schilfert in plaatjes af. Het harde hout van de twijgen is breekbaar. Het toegespitste en geheel gaafrandige, hartvormige blad verschijnt laat in het voorjaar en valt relatief vroeg af. De bladeren zijn tegenoverstaand of staan in kransen van drie. Bij kneuzing komt een karakteristieke geur vrij. In de herfst kleurt het blad geel. De witte, klokvormige bloemen staan in opstaande pluimen. De peulen blijven in de winter aan de boom hangen. Oppervlakkig wortelend met vlezige wortels. Catalpa bignonioides is een prachtige boom die uiteindelijk uit kan groeien tot een forse boom die veel ruimte vraagt.
  • Grootbloemige trompetboom lijkt erg op de gewone dus. Bonen en bloemen groter en blad stinkt minder bij kneuzing. smaller number of larger flowers, The flowers are 3–6 cm across, trumpet shaped, white with yellow stripes and purple spots inside; they grow in panicles of 10-30 slightly broader seed pods: fruit is a long, thin legume-like pod, 20–40 cm long and 10–12 mm diameter (berk: 50 cm)
    bloeit mei/juni
    schors in lange platen loslatend
    Afkomstig uit de Verenigde Staten waar de boom van nature in open bossen voorkomt, hij wordt daar ook aangeplant voor de productie van o.a. telefoonpalen. De kroon is meer opgaand dan bij C. bignonioides waardoor de toepassingsmogelijkheden breder zijn. De grijsbruine schors schilfert in lange smalle platen af en de breekbare twijgen kleuren van olijfgroen naar grijs. Het toegespitste en geheel gaafrandige, hartvormige blad is dof donkergroen, verschijnt laat in het voorjaar en valt relatief vroeg af. Het is dikker dan bij C. bignonioides en verspreidt bij kneuzing nauwelijks de, voor andere soorten zo karakteristieke geur. De bloei is minder rijk dan bij C. bignonioides maar de bloemen onderling zijn wel iets groter, tot circa 6 cm. Ze zijn wit met paarse en oranje vlekken. De smalle doosvruchten zijn opmerkelijk lang.

Van elke soort een foto van het blad:


The meaning of life is 42
Bomen op naam brengen Simpel! Kijk naar foto's en vergelijk.

If there are no tweets, your browser blocks something